In de beginperiode is voetbal nog lang niet volkssport nummer 1. Er is zelfs een grote afkeer tegen voetballen. Het is gevaarlijk. Artsen raden het spel met het bruine monster ten zeerste af.
Op dinsdag 25 december 1894 staat de volgende ingezonden brief in de Leeuwarder Courant. De brief is letterlijk overgenomen. Een warm pleidooi voor het edele voetbalspel.
Een praatje over het voetballen.
Met slijk bespat, vermoeid door het hollen en trappen, maar ook met een gezonden eetlust en een gevoel van weldadige warmte door het geheele lichaam keeren we terug van het voetbalveld en wandelen door de met Zondagswandelaars gevulde straten naar huis. Dit levendige groepje van jonge lui in losse sportkleeding, een jolig mutsje boven het verhitte gezicht, steekt vroolijk af tegen al die kalme drentelaars in hun Zondags-mooi.
Het gesprek is nog levendiger dan anders!
Alles wat in een voetbaltrui steekt weet van groote dingen te vertellen en leeft in blijde verwachting.
....Het Hollandsche elftal, de sterkste spelers uit de eerste clubs - de besten onder de besten; de mannen die geheel Nederland doortrokken, overal bewijzen van groote meerderheid gevend; die zelfs het kanaal overstaken om tegen hunne naburen en vroegere leermeesters met goed gevolg te strijden, - het Hollandsche elftal komt spoedig, Dinsdag reeds in Leeuwarden, om een vriendschappelijken kamp met "Frisia" te houden. Niet om te zien, wie het sterkste is, maar om hunne jonge broeders, welke zoo geïsoleerd staan in hunne sportverrichtingen, een weinig den goeden weg te wijzen, maar ook vooral om hun nobel spel hier wat meer populair te maken.
Dat wat "Frisia" nog nooit heeft mogen gelukken: aandachtige toeschouwers te trekken, moet deze keurbende doen.
Ieder die wel eens in een paar voetbalschoenen heeft gestaan, is morgen present, maar ook het groote publiek, waartusschen de toekomstige athleet, de adspirant-voetballer schuilt, zagen wij zoo graag vertegenwoordigd.
Ook de oningewijde, hij die vreemd is aan de regels van het spel, meene niet dat hem verveling wacht; al zal hem veel duister zijn, het werken van die stoere mannetjes, elkaar in vlugheid en lenige kracht nabij- en voorbijstrevend, blijft toch steeds een aantrekkelijk schouwspel.
-------------------------------------------------------------------------------------
En nu nog iets over het voetballen en voetballers. Een verklaring van het nogal ingewikkelde spel laat ik achterwege; later, als de match achter den rug is en de geachte redacteur mij nog eens een plaatsje wil afstaan voor een verslag, hoop ik hierop terug te komen.
Alleen wil ik angstige ouders, angstig gemaakt door vreeselijke berichten, overgewaaid uit Engeland of Amerika, opgesierd met nauwkeurige tellingen der dooden en gewonden, met een paar woorden geruststellen.
Het spel met z'n nasleep van ongelukken, het Rugby genaamd, waarbij alles: trappen, stompen, elkaar door een hevigen schop tegen scheen of maag onschadelijk maken, veroorloofd is, wordt in Nederland niet gespeeld.
De goede smaak, kracht en ruwheid van elkaar te willen scheiden en ook de gezonde opvatting dat spel spel moet blijven, heeft spoedig verandering hierin gebracht en het eigenlijke voetballen doen geboren worden.
Bij het Association Football (de naam duidt het reeds aan) is naast persoonlijke vlugheid en kracht, samenwerking en een goed werken met de hersenen hoofdzaak.
De 11 spelers te zamen (de achterhoede, d.w.z. de verdedingslinies natuurlijk indirect) brengen den bal door het doel.
Kalm trekt de voorhoede op en hij die den bal "drijft" en bedreigd wordt door een verdediger van de vijandelijke groep, begeeft zich niet met dezen in een strijd, maar stuurt den bal met een welgerichten schop naar die van z'n vriendjes, die het meeste kans heeft hem ongehinderd verder te brengen. Deze op z'n beurt werkt zich vooruit om, wanneer hij in de klem raakt, steun te zoeken bij een anderen medespeler en zoo tracht men door een aanhoudend nemen en overgeven door de tegenstanders heen te breken, om dan met een welgericht schot den bal door de palen te jagen; indien de man tusschen de doelpalen dit ten minste niet door een beslist optreden belet.
Dit alles gaat nu wel niet zoo eenvoudig als ik vertel, - er komen bij deze verrichtingen natuurlijk aanhoudende schermutselingen voor, maar uit deze korte beschrijving kan toch opgemerkt worden, dat van gevaar geen sprake kan zijn.
Ook, en dit is wel bezien de mooiste zijde van deze athletische oefening, brengt pshysieke kracht alleen niets tot stand; slechts kracht gehoorzamend aan een vlugwerkend verstand en een vast oog.
Tot Dinsdag op het veld!!
POSTMA.
___
In de Leeuwarder Courant valt niets meer te lezen over deze wedstrijd. Maar in het
Nieuws van den Dag van zaterdag 29 december 1894 staat een kort verslag.
Het "Wijnands-de Bordes-elftal" (genoemd naar de beide heeren die het samenbrachten) heeft aan Leeuwarden een bezoek gebracht.Dinsdag traden zij in het strijdveld tegen het eerste elftal der Leeuwarder voetbalclub "Frisia".
Het "Wijnands-de Bordes-elftal" bestond uit de heeren: J. Stok Jr., Zou-Zou en Kampers, Deuferwiel, J. Stok en Beekman, De Roodt, Schorer, Van Hasselt, Warmelo en Schut.
Het zijn de beste spelers uit de vereenigingen "R.A.P."van Amsterdam, "Sparta" van Rotterdam, "Haarlemsche footbalclub" van Haarlem, en "Go-ahead" van Wageningen. Het gecombineerde elftal won met 8 tegen 0 goals voor halftime. Na halftime verdeelden zij zich en speelden met "Frisia" samen om eenige wenken op het gebied van het footbalspel te geven.
Als scheidsrechter fungeerde de heer L.J. Wijnands van Amsterdam, secretaris der N.V. en A.B.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten