woensdag 1 september 2010

International nummer 5 - Wytse Couperus

Wytse Couperus is geboren op 16 maart 1942 in Sneek als zoon van Bieuwe Couperus en Wypkje Ferwerda. Zijn voornaam wordt door de pers op vele manieren geschreven: Wytze, Wytse, Witse, Wietse en Wietze.

De Fries heeft het voetballen geleerd bij LSC uit Sneek. LSC heeft in die tijd een hele goede jeugdselectie. Ze worden een paar keer afdelingskampioen. Zo speelt Wytse in die tijd onder andere met de Herman Hofstra (semiprof bij Heerenveen) en Henk Hartkamp (semiprof bij Cambuur en Heerenveen). Hij blijft tot en met de A-junioren bij LSC. Deze tijd wordt door hem beleefd als een van de mooiste voetbaljaren.

Op 17-jarige leeftijd verhuist hij met zijn ouders naar Amsterdam. Hij begint zijn loopbaan als beroepsspeler bij Blauw Wit uit Amsterdam. In zijn tijd bij Blauw-Wit heeft hij enkele keren meegespeeld in het Nederlands militaire elftal.


Hij speelt hier twee seizoenen in de Eredivisie, daarna volgt een eenjarig verblijf bij de Tweede Divisieclub Leeuwarden. Hij voelt zich nooit thuis bij deze club. In totaal traint hij maar één keer bij deze club. De rest van de training volgt hij bij Blauw-Wit. Als hij al op komt dagen. Als hij op het punt staat te stoppen meldt zich kort voor het sluiten van de transfermarkt het Zaanse ZFC dat hem van een amateurbestaan redt. Hij voetbalt hier twee jaar op huurbasis in de Tweede Divisie. Het eerste jaar eindigt ZFC op de 12e plaats. In zijn tweede jaar kent Couperus een kleine vormcrisis.
Daarna vindt de aanvaller zijn werkelijke kracht en vorm bij Haarlem. Na de gouden tijd van Kick Smit is de club afgezakt naar de Tweede Divisie. In de vier seizoenen dat Couperus hier speelt brengt hij Haarlem van de Tweede naar de Eredivisie. In de laatste wedstrijd scoort hij zelfs twee keer, waardoor Haarlem tweede word en rechtstreeks provomeert naar de Eredivisie. In totaal scoort hij 97 doelpunten voor Haarlem. Hiermee wordt hij tweede op de eeuwige ranglijst. Op 25 januari 2010 vraagt HFC Haarlem het faillissement aan.

Zijn hoogtepunt bereikt Couperus bij ADO dat hem voordelig ruilt met Holmström. Naast de straatschoffies kent het ADO van 1970 ook een paar 'nette' spelers. Korevaar is een doorsnee waterdrager, maar buiten werktijden een bevlogen Jehovagetuige. In de spits staat een deftige huurling uit Haarlem: Wytse Couperus. Met de Haagse club prijkt hij in 1970 weken aan de kop van de Eredivisie en hij draait bovenin mee in de topscorerranglijst.



Het oog van bondscoach Frantisek Fadrhonc valt zelfs op de koelbloedige aanvaller. Als Johan Cruijff niet beschikbaar is en Coen Moulijn zich afmeld, wordt Couperus opgeroepen voor de interland tegen Joegoslavië.
Wytse is al 28 jaar als hij op 11 oktober 1970 zijn debuut maakt voor het Nederlands elftal. Met rugnummer 16 valt hij na 50 minuten voetbal in.
Een werkelijke lijn zit er niet in het aanvalsspel. Ook niet als Wytse Couperus na de rust in plaats van Wietze Veenstra wordt ingezet. Hij krijgt veelal op de linkerkant opererend, weinig kans, al werkt hij evenals alle anderen erg hard. Bondscoach Fadrhonc geeft na de wedstrijd toe dat het misschien verstandiger is geweest om Couperus eerder in te brengen. Want met de komst van Couperus krijgt Nederland wel ineens meer kansen. Couperus zelf vindt zijn debuut niet tegenvallen. Hij zegt wel dat als dit een normale competitiewedstrijd zou zijn geweest er minstens twee spelers het veld uit zouden zijn gestuurd, en er wel ongeveer 28 boekingen zouden zijn geweest. Dit geeft wel een beeld van de hardheid van de wedstrijd.
Hij wordt ook nog opgeroepen voor de interland van 11 november 1970 tegen Oost-Duitsland, maar zal niet spelen.



Op 28 december 1970 wordt er een benefietwedstrijd voor de Federatie van Betaald Voetbal Organisaties (FBO) gespeeld tussen het Nederlands elftal en buitenlanders die in de Nederlandse competitie actief zijn. Ajax, Feyenoord en PSV verbieden hun spelers mee te doen aan deze wedstrijd en zodoende doen spelers als Cruijff, Van Hanegem en Kindvall niet mee. Het duel is hiermee bij voorbaat al gedeclasseerd tot een niet zo interessante krachtmeting. Voor Wytse Couperus pakt een en ander goed uit, want hij wordt daardoor uitgenodigd om voor het Nederlands elftal te spelen. Slechts het eerste half uur van de wedstrijd is interessant. Het Nederlands elftal speelt attractief aanvallend voetbal met Couperus als een van de voornaamste gangmakers. De wedstrijd eindigt in een overwinning van 2-3 voor de buitenlanders. Een van de Nederlandse doelpunten komt van de voet van Couperus.


In het tweede seizoen in Den Haag begint Couperus slecht aan de competitie. Hij scoort weinig en heeft bijna geen zelfvertrouwen. Door zijn werk en door de voorbereiding van FC Den Haag in Spanje heeft hij geen vakantie kunnen nemen. Als de competitie begint heeft hij geen honger meer naar de bal. Hij is een beetje voetbalmoe. Pas in oktober 1971 komt hij weer in zijn vertrouwde ritme. De opleving is echter van korte duur. Couperus raakt geblesseerd en belandt daarna op de reservebank.



Na dit Haagse seizoen vertrekt hij naar FC Amsterdam. Deze club is op 20 juni 1972 ontstaan uit een fusie tussen DWS en Blauw Wit. Een jaar later komt hier ook nog De Volewijckers bij. Door grote financiële problemen van de club moet hij na een seizoen alweer vertrekken. De overgang van FC Amsterdam naar Telstar verloopt niet geheel vlekkeloos.
De arbitragecommissie van de KNVB wordt ingeschakeld, omdat de overschrijving pas na 1 juni plaatsvindt. Couperus vindt het nieuwe aanbod van FC Amsterdam, een salarisvermindering van 80%, niet acceptabel. Telstar biedt FC Amsterdam hierop een financiële tegemoetkoming, waardoor de overgang alsnog kan gebeuren. Hij voetbalt nog twee seizoenen bij Telstar.


Zijn zestienjarige voetballoopbaan eindigt onverwacht. Op zijn 32e wordt bij Wytse Couperus een hartafwijking ontdekt. Op 3 januari 1975 vertelt de cardioloog, bij wie hij al enige tijd onder behandeling is, hem dat het beter is om met het voetballen te stoppen. Het feit dat hij last van zijn hart heeft is geen nieuws voor hem. Drie jaar geleden is hij bij FC Den Haag ook al eens onderzocht. De laatste tijd heeft hij vaker last van hartkloppingen tijdens inspanning.




Couperus heeft altijd het voordeel gehad dat hij een spits is. Als middenvelder of verdediger heeft hij waarschijnlijk niet zo lang kunnen voetballen. Couperus kan goed voetballen, maar hij ziet al snel de betrekkelijkheid van het voetbal in. Maar in de wedstrijden geeft hij zich altijd voor honderd procent. Hij heeft bewust nooit van het voetbal moeten leven. Tijdens zijn tijd bij Telstar heeft hij een modeboetiek, zodat hij nu niet op straat komt te staan.

Couperus is als voetballer laat tot bloei gekomen. Hij heeft nooit te lijden gehad onder de vroegere miskenning en zal ook niet de vette jaren overbelichten. Hij is altijd zichzelf gebleven: zelfbewust, onderkoeld, een Fries.

Na zijn voetbalcarrière heeft hij nog gewerkt voor het sportbemiddelingsbureau “Nummer 10”. Dit bureau wordt bij de transfer van Jeffrey Talan van FC Den Haag naar SC Heerenveen nog ingeschakeld door Grasshoppers, omdat hij met deze club al een mondeling akkoord heeft. Het bureau wordt later overgenomen door het voetbalmarketingbureau “Inter Football”. Als Wytse Couperus in dienst is van het laatstgenoemde bureau regelt hij dat Foppe de Haan supervisor word voor Jong Indonesië voor de voorbereiding op de Aziatische Spelen. Tegenwoordig verricht hij hand- en spandiensten bij KHFC.
Hij is uiteindelijk de Fries met de kortste interlandcarrière (40 minuten).




Statistisch overzicht


Loopbaan als speler


Seizoen Club
1961-1962 Blauw Wit
1962-1963 Blauw Wit
1963-1964 Leeuwarden
1964-1965 ZFC
1965-1966 ZFC
1966-1967 Haarlem
1967-1968 Haarlem
1968-1969 Haarlem
1969-1970 Haarlem
1970-1971 ADO
1971-1972 FC Den Haag
1972-1973 FC Amsterdam
1973-1974 Telstar
1974-1975 Telstar


Club als international: ADO


Nummer Datum Interland Uitslag Goals
1 11-10-1970 Nederland - Joegoslavië 1-1 -


Statistieken ADO en FC Den Haag

Geen opmerkingen:

Een reactie posten